Nieuws

+++ Wijziging van de wet betreffende de invordering van schulden van de consument +++

Een nieuw boek met betrekking tot de schulden van de consument werd ingevoerd in het Belgisch Wetboek van economisch recht door een wet van 4 mei 2023.

Deze wet heeft als doel consumenten te beschermen die in gebreke blijven met hun betalingen aan een onderneming. Het gaat derhalve om een B2C-relatie.

Voor ondernemingen betekent deze nieuwe wet dat ze aan nieuwe voorwaarden moeten voldoen als ze van een consument betaling willen vorderen van verschuldigde bedragen, vergoedingen, interesten en/of schadevergoedingen.

De nieuwe wetgeving introduceert het volgende:

  • De consument heeft recht op een kosteloze eerste ingebrekestelling.

    De onderneming moet de in gebreke blijvende consument een kosteloze eerste ingebrekestelling sturen. Deze herinnering, wordt per e-mail of per post verstuurd.

    Kosten, interesten en/of schadevergoedingen op de onbetaalde factuur kunnen pas worden gevorderd na 14 dagen vanaf de verzending van de eerste herinnering, met terugwerkende kracht tot de dag na de verzending ervan. Hierbij dient te worden opgemerkt dat deze termijn van 14 dagen pas ingaat na de derde werkdag in geval van verzending per post en vanaf de volgende dag in geval van verzending per e-mail.

    Als de overeenkomst betrekking heeft op de regelmatige levering van goederen of diensten (bijvoorbeeld een abonnement), zijn slechts drie herinneringen per jaar kosteloos. De kosten van extra herinneringen mogen niet meer bedragen dan € 7,50, vermeerderd met de portokosten die op het moment van de verzending in het desbetreffende land van toepassing zijn.

  • De eerste betalingsherinnering moet verschillende verplichte gegevens bevatten.

    De nieuwe wet voorziet in een aantal gegevens die in de eerste herinnering moeten worden opgenomen, waaronder :

    o De naam en het KBO-nummer van de schuldeiser;
    o Het verschuldigde saldo en het bedrag van het schadebeding dat zal worden geëist in geval van niet-betaling binnen veertien dagen;
    o de exacte beschrijving van het product of de dienst die aanleiding gaf tot de schuld; en
    o de termijn waarbinnen de schuld moet worden betaald voordat kosten, interesten en/of schadevergoedingen worden geëist (minimaal 14 dagen).

    De onderneming zal, op verzoek van de consument, onverwijld alle bewijsstukken met betrekking tot de schuld en alle informatie over hoe een betwisting van de schuld in te dienen, verstrekken.

  • De vergoedingen die verschuldigd zijn in geval van betalingsachterstand zijn beperkt.

    Indien de consument ondanks de kosteloze ingebrekestelling de factuur niet voldoet en de schuld niet betaalt, kan de onderneming de consument verwijlinteresten en/of een schadevergoeding in rekening brengen, mits deze interesten uitdrukkelijk zijn vastgesteld in een overeenkomst of in de algemene voorwaarden die aan de consument tegenwerpelijk zijn.

    Er mogen echter geen andere betalingen dan het volgende van de consument worden gevorderd:

    o verwijlinteresten, die niet hoger mogen zijn dan het bedrag bepaald in artikel 5, lid 2 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties. Deze intresten worden berekend op het nog te betalen bedrag; en/of

    o Een forfaitaire schadevergoeding, indien uitdrukkelijk voorzien, van maximaal


               * 20 euro als het openstaande bedrag 150 euro of minder is;

               * 30 euro vermeerderd met 10% van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500

                  euro als het verschuldigde saldo tussen 150,01 en 500 euro is;

               * 65 euro vermeerderd met 5% van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 euro tot een

                 maximum van 2.000 euro als het verschuldigde saldo hoger is dan 500 euro.

 
Als de overeenkomst of de algemene voorwaarden van de onderneming een verwijlinterest en/of schadevergoeding boven deze wettelijke maximumbedragen voorzien, zal de onderneming deze verwijlinterest en/of schadevergoeding niet kunnen vorderen.


Bovendien, als de vereiste informatie ontbreekt bij de eerste herinnering, begaat de onderneming een overtreding die kan worden onderworpen aan een strafrechtelijke geldboete die kan oplopen tot 80.000 euro of 4% van de totale jaaromzet van het laatste boekjaar, afhankelijk van welk bedrag hoger is.

De bewijslast voor de correcte afhandeling van de terugvordering ligt bij de ondernemingen. Bovendien kan er contractueel niet van deze bepalingen worden afgeweken. Elk beding dat afwijkt van deze formaliteiten is verboden en nietig.

Deze nieuwe wetgeving is van toepassing op alle met consumenten afgesloten overeenkomsten vanaf 1 september 2023. Vervolgens, zal de wet vanaf 1 december 2023 van toepassing zijn op alle vervallen en onbetaalde schulden van consumenten.

Aarzel niet om met ons contact op te nemen als u vragen heeft over deze nieuwe wetgeving.